Gisteren was ik uitgenodigd om mee te jagen met mijn West-Vlaamse vrienden in de streek rond Deerlijk en het werd een onvergetelijke dag. Het was in de eerste plaats een zeer succesvolle dag maar het was voor mij ook een onverwacht intense en emotionele beleving. In de loop van mijn fotoproject evolueerde ik van een licht anti-jacht standpunt tot iemand die de jacht erg leerde appreciëren. Uiteindelijk groeide ook het verlangen om het zelf te proberen. Aan het begin van mijn jachtopleiding was dit verlangen vooral geïnspireerd door het project zelf. Ik wou mezelf immers echt onderdompelen in het onderwerp van dit project. Het zelf jagen is ook het nog ontbrekende puzzelstukje voor mijn boek. Het maakt de cirkel rond en zorgt ervoor dat ik weet wat ik fotografeer en waarover ik schrijf.
Maar ik ga er ook niet flauw over doen of me verstoppen achter mijn project: één of andere interne drang maakt dat ik ook echt zelf wil jagen. En ik keek er enorm naar uit om bij deze jachtdag als jager aanwezig te zijn en pas op de tweede plaats als fotograaf. Emotioneel en verstandelijk vind ik de jacht perfect aanvaardbaar zolang alles weidelijk, veilig en met eerbied gebeurt. Ik dacht dan ook dat ik er helemaal klaar voor was … maar dat bleek in de praktijk toch een stuk anders te liggen.

Van zodra de jachtdag op gang geblazen werd, was er actie. Bij mij bleef het tot het einde van de ochtend echter eerder rustig. Buiten een gemiste duif of twee was ik vooral bezig met het genieten van het mooie weer, de succesvolle schoten van mijn medejagers en het enorm efficiënte samenwerken van jagers en drijvers.

De relatieve rust voor mij werd echter onderbroken toen ik een ereplaatsje toegewezen kreeg bij één van de volgende driften. Er werd me verteld dat ik van op die plek een hele grote kans zou hebben om een haas te strekken. En inderdaad, het duurde niet lang voor een jong haasje voorbij kwam. Aangezien de garde gevraagd had om de allerjongste dieren te sparen, bleef mijn vinger van de trekker. Niet lang daarna kwam een groter exemplaar rustig aangehuppeld, zich niet bewust van mijn aanwezigheid. De haas passeerde op nauwelijks enkele meters van mijn voeten en ik besloot dat ook zijn tijd nog niet gekomen was. Er passeerden ook nog enkele hazen net buiten schootsafstand maar dan kwam “mijn” haas aangerend. Mijn duim klikte de veiligheid van mijn geweer af terwijl de kolf in mijn schouder kwam. Meezwaaien, een klein beetje voorgeven en een fractie van een seconde later ging de haas overkop. Het schot zelf kan ik me niet eens herinneren.
Wat ik wel nog weet is dat de adrenaline door mijn bloed stroomde en dat ik tevergeefs probeerde nonchalant de trots van mijn eerste haas te verbergen terwijl drijvers en medejagers me feliciteerden.

Het adrenaline gehalte in mijn bloed begon snel te verdunnen en toen we ons opmaakten voor de lunch, werd ze vervangen door het besef dat ik nu een jager ben. Misschien nog geen goeie, maar wel … een jager.

Tijdens de lunch verborg ik me achter een volle mond en mijn camera om de conversaties een beetje te vermijden. Ik had wat tijd nodig voor mezelf om mijn gedachten te ordenen. Er is duidelijk nog een groot verschil tussen principieel voor de jacht te zijn en het effectief zelf te doen. Ik besefte dat bij alle jachtdagen die ik als fotograaf meemaakte, mijn camera een filter is tussen mij en het onderwerp. En nu was die filter plots weg waardoor alles plots veel intenser was. Ik heb altijd geweten dat jagen geen spelletje is maar het is nog iets anders om dat effectief te VOELEN.
Heel veel tijd om na te denken had ik niet want nog tijdens de lunch werden de driften van de namiddag al druk gepland.

Er werd op hetzelfde elan verder gejaagd en iedereen kreeg minstens een paar mooie kansen. Er werd ook besloten om een stuk uit te drijven waar vorige week een vos gesignaleerd werd. En ja hoor, de vos kwam stilletjes uit de dekking gelopen op exact de verwachtte plaats. Mijn aandeel in het doden van de vos was zeer beperkt. Het grote werk werd gedaan door twee andere jagers, ik moest enkel nog het genadeschot geven.

Tijdens de laatste drift van de dag had ik nog een uitstekende kans om een fazant te schieten maar hij vloog handig tussen de hagelbolletjes door. Daarmee kwam er een einde aan een fijne maar ook emotionele jachtdag. Jagen is onvoorspelbaar maar dankzij het uitstekende team van drijvers onder leiding van een gepassioneerde jachtheer en garde, worden de kansen alleen groter. En dat werd weerspiegeld in het uitgebreide tableau.

De jagerij heeft tal van tradities waaronder het dopen van jagers die hun eerste stuk van een bepaald dier geschoten hebben. Ik was een beetje bang voor een gore bedoening maar dat viel heel goed mee. Ik werd “ingezegend” met een beetje van het bloed van “mijn” haas. Vroeger zou ik het waarschijnlijk nog altijd een beetje vies gevonden hebben, maar nu snap ik het wel. Voor mij is het hele ritueel niet alleen om te vieren dat je je eerste stuk geschoten hebt, het is vooral een confrontatie met wat je doet en een zeer direct contact met je beslissing om te gaan jagen.

Nu bijna 24 uur na mijn laatste schot, ben ik nog steeds aan het bekomen van deze ervaring. Ik had gehoopt om voor mezelf de dingen op een rijtje te kunnen zetten door deze blog post te schrijven. Maar bij het herlezen, merk ik dat ik dit allemaal nog wat moet laten marineren in mijn hersenen en mijn hart. Voorlopig heb ik opgeschreven wat ik kon, maar er volgt later ongetwijfeld meer.

Tenslotte wil ik nog alle jagers, drijvers en andere aanwezigen bedanken dat ik deze geweldige dag met hen mocht delen. Bedankt voor jullie geduld bij mijn domme vragen, missers en vergissingen. Vooral ook een dikke merci aan Kristof, die me niet alleen de uitnodiging bezorgde die deze dag mogelijk maakte maar ook iemand is die ik ondertussen als veel meer dan enkel een jachtvriend beschouw.
Alle foto’s waar ik zelf opsta, komen trouwens uit de camera van Kristof, merci.